Koop van camping-bv is niet een belaste verkrijging voor de overdrachtsbelasting

Samenvatting

Belanghebbende heeft in januari 2009 alle aandelen verkregen in F bv. F bv exploiteert een camping. F bv bezit grond met opstallen. De camping bestaat onder meer uit seizoensplaatsen voor stacaravans en tenten, en twee passantenvelden voor tenten en/of toercaravans. Op de camping bevinden zich verder een bedrijfswoning, een receptie, een speeltuin, een wasserette en twee sanitaire gebouwen. De camping is gelegen aan open vaarwater en beschikt over een jachthaven. Belanghebbende heeft ten aanzien van de verkrijging van de aandelen aangifte gedaan voor de overdrachtsbelasting en daarbij gemeld dat zij geen overdrachtsbelasting is verschuldigd. De inspecteur stelt zich op het standpunt dat de verkregen aandelen moeten worden gekwalificeerd als fictieve onroerende zaken voor de overdrachtsbelasting en heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag opgelegd. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende gegrond geoordeeld. Op het hoger beroep van de inspecteur overweegt het hof dat F bv een campingbedrijf exploiteert aan open vaarwater. Alle tot dat bedrijf behorende onroerende zaken zijn dienstbaar aan de bedrijfsexploitatie. Dit betekent dat het tegen vergoeding afstaan van het gebruik van zowel de seizoensplaatsen als de passantenplaatsen door F bv aan recreanten plaatsvindt in het kader van het eigen bedrijfsproces, gericht op dienstverlening van andere aard dan het tegen vergoeding afstaan van onroerende zaken. Daaraan doet niet af dat de bijkomende recreatieve voorzieningen gering van omvang zijn, afgezien van de mogelijkheid gebruik te maken van de ligplaatsen en van de verhuur van boten. In het licht van de bedoeling van de wetgever om met de bepaling van art. 4 Wet BRV misbruik tegen te gaan door de verkrijging van aandelen in een onroerendezaaklichaam met beleggingsoogmerk in de heffing te betrekken…