Naar de inhoud

Kredietverlening door een groep van banken en de vestiging van zakelijke zekerheden (1998.17.2659)

Door als een groep van banken in de kredietbehoefte van een onderneming te voorzien, wordt het risico voor de banken gespreid. De kredietverlening door een groep van (wisselende) banken, syndicaat of consortium genoemd, kan plaatsvinden op de volgende wijzen:

1. Eén bank verstrekt de kredietfaciliteit, de andere banken nemen een sub-participatie.

2. Elke bank verstrekt een deel van de faciliteit.

3. Een bank treedt toe tot een bestaande faciliteit.

Indien de lening door één bank wordt verstrekt en daarna wordt uitgesyndiceerd, kunnen de andere banken tot de kredietfaciliteit toetreden door middel van cessie en contractsoverneming. Ingegaan wordt op de verschillende wijzen waarop de zakelijke zekerheden ten behoeve van een groep van banken kunnen worden gevestigd. In het bijzonder komt daarbij aan de orde de constructie waarbij de zekerheden worden gevestigd ten behoeve van de agent die naast de banken hoofdelijk schuldeiser is van al hetgeen de banken van de kredietnemer te vorderen hebben of krijgen.

In de praktijk blijkt de vestiging van gezamenlijke zekerheden ten behoeve van een groep van wisselende banken problemen op te leveren. Enerzijds doordat de zekerheden een gemeenschap opleveren in de zin van titel 3.7 BW en anderzijds doordat de zekerheden bij cessie of contractoverneming veelal niet met de overgedragen vorderingen mee overgaan. De constructie waarbij de agent of een aparte vennootschap zich borg stelt voor de verplichtingen van de kredietnemer jegens de banken biedt een oplossing voor die problemen. Er is dan geen sprake van gemeenschappelijke zekerheden. Ook de constructie waarbij de agent of een aparte vennootschap naast elke bank hoofdelijk schuldeiser wordt, biedt een oplossing.

M.P. van AchterbergA.B. Brakel

NV nr 3, maart 1998 blz. 68

Wetgeving
Jurisprudentie
Officiële publicaties
Europese regelgeving
Soort nieuwsLiteratuur
Publicatiedatum26-05-2009
Nummer1998/0278