Lenen aan de onderneming van je kind
Het komt geregeld voor dat ouders een lening verstrekken aan de onderneming of bv van hun kind. Aan een dergelijke lening kleven vaak de nodige risico’s. De onzakelijke-leningrechtspraak heeft inmiddels wel duidelijk gemaakt dat fiscale verliesneming op dergelijke ‘familieleningen’ vaak niet mogelijk is. De vraag rijst dan of er alternatieve financieringsvormen zijn waarbij een verliesneming wel mogelijk is.
Lening
Hoofdregel: box 3
Verstrekt een ouder een lening aan de onderneming of bv van zijn (meerderjarige) kind, dan is op deze lening in beginsel het regime van box 3 van toepassing. Eventuele verliezen op de lening zijn dan niet aftrekbaar. Het verlies verlaagt slechts de rendementsgrondslag.
Maatschappelijke ongebruikelijke tbs: box 1
Verstrekt de ouder een lening aan de onderneming van het kind, dan maakt deze lening naar de hoofdregel deel uit van box 3. Ouders en meerderjarige kinderen zijn echter tevens verbonden personen in de zin van de terbeschikkingstellingsregeling (box 1). In afwijking van de hoofdregel (box 3), moet de ouder de lening tot zijn tbs-werkzaamheid rekenen als sprake is van een zogenoemde ‘maatschappelijke ongebruikelijke terbeschikkingstelling’ (art. 3.91, lid 3 Wet IB 2001). Daarvan kan sprake zijn als de lening onzakelijke condities bevat (zoals een te lage rente). Het is daarmee relatief eenvoudig om de lening ‘te sturen’ richting box 1.
Voordeel van box 1 is dat de ouder een eventueel verlies op de lening in beginsel ten laste van zijn tbs-resultaat in box 1 kan brengen. Maar let op! Verliesneming is niet mogelijk als de…