Naar de inhoud

Memorie van Antwoord Wet verplichte GGZ en de Wet zorg en dwang

Op 18 september verscheen de memorie van antwoord over de Wet verplichte GGZ en de Wet zorg en dwang. De Eerste Kamer heeft kritische vragen gesteld over onder andere de rechtsbescherming, de samenhang tussen de verschillende wetten, de verschillende actoren en hun onderlinge verhouding, de rol van het openbaar ministerie (hierna: OM), de informatie-uitwisseling en de implementatie.  

Bij de beantwoording van de vragen valt een aantal zaken op, als het gaat om de Wet zorg en dwang.

1. De functie van de Wet zorg en dwang arts, die pas in februari aan de Wet zorg en dwang is toegevoegd, lijkt nu omarmd te worden door de wetgever. In de beantwoording van de vragen wordt helaas nog geen helder antwoord gegeven op de taakverdeling tussen de zorgaanbieder en de WZD-arts.

2. De voorwaardelijke machtiging, die ook pas in februari aan de Wet zorg en dwang is toegevoegd, lijkt beperkt te blijven tot de leeftijd 18-23 jaar, ondanks de kritische vragen die hierover zijn gesteld. Mede ingegeven door VGN.

3. De wetgever blijft vasthouden aan twee aparte wetten, waarbij de nadruk op het stappenplan met als slotstuk of eind waarborg de mening van de WZD-arts.

In de Memorie van Antwoord bedankt de Minister de kamerleden voor alle vragen en spreekt de hoop uit dat de wetsvoorstellen met deze beantwoording van de gestelde vragen op korte termijn kunnen worden geagendeerd in de Eerste Kamer.  Op de website van de Eerste Kamer is te lezen dat op 3 oktober de nadere procedure wordt besproken. Tijdens deze vergadering wordt besproken hoe de verdere voorbereiding zal verlopen en wanneer de plenaire behandeling kan plaatsvinden.

Bron: Kamerstukken I, vergaderjaar 2017-2018, 32299 D1 en 31996, D.

Wetgeving
Jurisprudentie
Officiële publicaties
Europese regelgeving
Soort nieuwsWetgeving
Publicatiedatum05-10-2017
Nummer2017/0085