Natuurschoonwet: complicaties bij vruchtgebruik / erfpacht en blote eigendom
Samenvatting
Landgoederen die zijn gerangschikt onder de Natuurschoonwet kennen een fiscaal gunstige behandeling. Zo is bij een vererving of schenking geen of aanzienlijk minder successie- respectievelijk schenkingsrecht verschuldigd. Verder wordt over de verkrijging van een landgoed geen overdrachtsbelasting geheven. Onlangs heeft de staatssecretaris van Financiën een besluit gepubliceerd waarin hij aangeeft dat deze faciliteiten ook van toepassing zijn als het landgoed is bezwaard met een recht van vruchtgebruik of erfpacht. Bij dit besluit kunnen opmerkingen worden geplaatst. Omdat het besluit niet geldt voor de inkomstenbelasting, wordt er een zware belemmering opgeworpen om op een landgoed een recht van vruchtgebruik of erfpacht te vestigen. Ook om andere redenen moet men voorzichtig zijn om een landgoed met een beperkt genotsrecht te bezwaren.
Tekst
Ter behoud van natuurschoon zijn door de wetgever verschillende fiscale faciliteiten gecreëerd voor landgoederen die zijn gerangschikt onder de Natuurschoonwet 1928 (NSW).
De voordelen betreffen de volgende belastingen:
1. successierecht (artikel 7 NSW)
2. schenkingsrecht (artikel 7 NSW)
3. recht van overgang (artikel 7 NSW)
4. overdrachtsbelasting (artikel 9a NSW)
5. kapitaalsbelasting (artikel 9b NSW)
6. inkomstenbelasting (artikel 5.7 Wet IB 2001)
7. vennootschapsbelasting (artikel 5 letter a Wet Vpb)
8. onroerendezaakbelasting (artikel 220d lid 1 letter d Gemeentewet)
9. waterschapsbelasting (een lagere heffingsgrondslag door artikel 17 lid 4 Wet WOZ)
Kort geleden is de staatssecretaris van Financiën middels een ‘vraag- en antwoordenbesluit’ ingegaan op de fiscale positie van de persoon die eigenaar is van een NSW-landgoed waarop een recht van vruchtgebruik of erfpacht rust. Ik citeer…