Niet nakomen koopovereenkomst; geen schadebeperkingsplicht voor verkoper
V verkoopt zijn huis aan K voor ƒ 350.000. K komt de koopovereenkomst niet na. V vordert nakoming van de overeenkomst en schadevergoeding.
Rechtbank en Hof hebben de overeenkomst ontbonden en K tot schade-vergoeding veroordeeld.
Het Hof heeft de schade bepaald op ƒ 115.000, zijnde het verschil tussen de overeengekomen koopprijs en de waarde van het huis ten tijde van de wanprestatie.
Volgens K heeft V, nadat de door hem beweerde koopovereenkomst tot stand was gekomen en vervolgens was gebleken dat K het standpunt innam dat geen koopovereenkomst tot stand was gebracht, nimmer verkoopactiviteiten ondernomen om zijn schade te beperken.
Het Hof oordeelt dat V onder de gegeven omstandigheden niet gehouden was tot het treffen van schadebeperkende maatregelen, zoals het ontplooien van verkoopactiviteiten met betrekking tot het verkochte, maar nog niet afgenomen woonhuis. Bovendien was niet aannemelijk dat nadere verkoopactiviteiten tot een hogere netto opbrengst zouden hebben geleid.
De Hoge Raad acht het oordeel van het Hof niet onjuist, onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd dat V niet gehouden was tot het ontplooien van verkoopactiviteiten, omdat het K was die wanprestatie pleegde, waardoor V een bruto voordeel van ƒ 135.000 werd onthouden. Het ligt juist op de weg van K om ter voorkoming van een vordering tot schadevergoeding alsnog het woonhuis af te nemen. Gelet op de omstandigheden van het onderhavige geval kon het treffen van de door K geëiste maatregelen redelijkerwijs niet gevergd worden, mede in het licht van hetgeen naar 's Hofs oordeel van K mocht worden verlangd.
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
HR; 23 februari 1996; nr 15917
Wetgeving | |
---|---|
Jurisprudentie | |
Officiële publicaties | |
Europese regelgeving | |
Soort nieuws | Overig |
Publicatiedatum | 07-03-1996 |
Nummer | 1996/0071 |