Naar de inhoud

“Onze rioleringen zijn ondergrondse tijdbommen”

Een asfaltweg met een put erin eist meteen aandacht, een riolering met een gat doet dat pas wanneer het te laat is. Zoals vorige week in Brussel, waar vlak bij het station Brussel-Centraal een zinkgat ontstond van zes meter lang en zes meter breed. De oorzaak was een lek in een waterafvoerpijp.

Wat verderop bij het Schumanplein zakten begin dit jaar twee auto’s in de grond, nadat het asfalt onder hun wielen met veel kabaal was opengebarsten tot een kloof van vier meter diep. Ook toen was het een lekkende afvoer die de fundering van de weg erboven had weggespoeld. Een kleine trilling deed de rest.

Mogen we in de toekomst vaker zinkgaten verwachten? Daarover lijkt geen twijfel te bestaan. Ons rioleringsnet is oud. De gemeentelijke netwerken dateren voor het grootste deel uit de jaren 40 tot 60 van de vorige eeuw. In de steden zijn ze gemiddeld nog een eeuw ouder. Ze stammen dus uit het midden van de negentiende eeuw, toen België nog maar net onafhankelijk was geworden.

“Vooral daar is de situatie zorgwekkend,” zegt Wendy Francken, directeur bij Vlario, het kenniscentrum en overlegplatform van de Vlaamse afvalwater- en rioleringssector. “De meeste rioleringen in ons land zijn erg gebrekkig aangelegd. Bewoners hadden decennialang zelf de verantwoordelijkheid voor de aansluiting van hun afvoer op het netwerk. Het gevolg is een bedenkelijk kwaliteitsniveau. Vaak zijn huisaansluitingen eenvoudigweg in de bestaande riolering gekapt.”

Van die historische erfenis zijn we nog lang niet verlost en de gevolgen zijn navenant. Rioleringen barsten open, boomwortels dringen er in door, dichtingen laten het afweten. Dat leidt…