Naar de inhoud

Overdracht landbouwgrond: agrarische waarde? waarde in verpachte staat?

Belanghebbende is op 16 januari 1976 met zijn vader een overeenkomst van maatschap aangegaan ter exploitatie van een agrarisch bedrijf. De vader heeft het gebruik en genot van ongeveer 30 hectare landbouwgrond ingebracht.

Op 8 mei 1987 verkoopt vader 5 hectare aan belanghebbende voor ƒ 77.500. Op 1 mei 1988 wordt de maatschap ontbonden. Belanghebbende zet het bedrijf alleen voort. Vader verpacht hem de resterende 25 hectare grond.

In verband met de verkoop in 1987 heeft de inspecteur der Registratie en successie over het verschil tussen ƒ 77.500 en de door hem getaxeerde waarde in vrij opleverbare staat ad ƒ 175.000 een aanslag schenkingsrecht opgelegd. Belanghebbende stelt dat is verkocht tegen de agrarische waarde, dan wel tegen de waarde in verpachte staat.

Het Hof oordeelt dat geen sprake is van verkoop van grond in het kader van de bedrijfsoverdracht, zodat niet gewaardeerd kan worden op de agrarische waarde. Het Hof acht op grond van de maatschapsovereenkomst en van een verklaring van een notaris omtrent een vermeende pachtverhouding, aannemelijk dat het desbetreffende stuk land verpacht was aan de maatschap en dus mede aan belanghebbende. Deze heeft terecht de waarde in verpachte staat aangehouden.

De staatssecretaris heeft zich niet neergelegd bij deze beslissing en is in cassatie gegaan.

Zie overigens in dit verband de bijdrage van Preller in deze aflevering van het FBN onder nummer 175.

Hof Den Bosch; 5 april 1991; nr 305/1989

J.N.A. Kwantes