Naar de inhoud

Paspoort en identiteitsbewijs
langer geldig

Paspoorten en identiteitsbewijzen zijn voortaan niet vijf, maar tien jaar geldig. De Tweede Kamer heeft vorige week ingestemd met een wijziging van de Paspoortwet daartoe. De verdubbeling van de geldigheidsduur leidt tot minder administratieve lasten voor burgers, die minder vaak een pas-poort hoeven aan te vragen. Nederland volgt met de wijziging een groot deel van de Europese lidstaten, waar paspoorten vaak al tien jaar geldig zijn, zoals het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland. Ook wordt met de wijziging aangesloten bij de geldigheidsduur van onder meer het rijbewijs, dat eveneens tien jaar geldig is. De wijziging gaat niet gelden voor kinderen jonger dan achttien: hun uiterlijk verandert in een periode van tien jaar nog te veel.
Door de wetswijziging is het ook niet langer verplicht vinger-afdrukken op te slaan bij het aan-vragen van een identiteitsbewijs. Daardoor worden de reisbeper­kingen voor wie liever geen vingerafdrukken afgeeft, enigszins verruimd. Voor een paspoort moeten nog wel vingerafdrukken worden afgestaan.
Het voorstel is nu naar de Eerste Kamer gestuurd. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken hoopt dat de senaat het voorstel snel ­aan-neemt, zodat het op 1 januari aan-staande in werking kan treden. (RvdD)