Naar de inhoud

Pensioenverevening na scheiding

Op 1 juli 1993 heeft de Tweede Kamer der Staten-Generaal het ontwerp (nr 21893) van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding aanvaard. Het ziet er dus naar uit dat binnen afzienbare tijd de op het arrest van de Hoge Raad van 27 november 1981, NJ 1982, 503 (Boon/Van Loon) gebaseerde pensioenvereffening wordt vervangen door een pensioenverevening tussen in welk huwelijksvermogensregime dan ook gehuwd geweest zijnde ex-echtgenoten.

De begrippen pensioenvereffening en pensioenverevening moeten worden onderscheiden. Pensioenvereffening ziet op de op grond van Boom/Van Loon gebaseerde waardeverrekening van het ouderdoms- en nabestaandenpensioen. Pensioenverevening verschaft een rechtstreekse aanspraak op de pensioenverzekeraar aan de niet-pensioengerechtigde echtgenoot.

Het aanvaarde ontwerp van wet houdt in hoofdlijnen het volgende in:

1. De ene (ex-)echtgenoot heeft recht op de helft van het opgebouwde ouderdomspensioen dat is opgebouwd door de andere (ex-)echtgenoot tussen de huwelijkssluiting en het tijdstip van de echtscheiding of scheiding van tafel en bed. Pensioen opgebouwd in vóórhuwelijkse jaren wordt dus niet verevend.

2. Het nabestaandenpensioen van de tot verevening gerechtigde echtgenoot blijft buiten de verevening.

3. Het recht op de helft van het te verevenen pensioen wordt geëffectueerd door de toekenning van rechtswege aan de vereveningsgerechtigde van een rechtstreekse vordering tot voldoening van die helft op de instantie die het reeds ingegane pensioen aan de andere echtgenoot uitbetaalt of na de ingangsdatum van het pensioen zal moeten uitbetalen, namelijk de verzekeraar of in de terminologie van het ontwerp: het uitvoeringsorgaan.

4. Deze rechtstreekse aanspraak jegens de verzekeraar bestaat alleen wanneer binnen twee jaar na de scheiding daarvan mededeling is gedaan aan…