Naar de inhoud

Pitlo, deel 5, Erfrecht, Tiende druk, bewerkt door prof. mr. Gr. van der Burght en mr. E.W.J. Ebben, Kluwer 2004

1. Algemeen

Deze tiende druk van Pitlo’s Erfrecht is de eerste na de inwerkingtreding van het nieuwe erfrecht op 1 januari 2003. Het boek is dan ook geheel opnieuw geschreven. Prof. mr. Gr. van der Burght bewerkte het boek sinds 1977 solitair. Thans heeft hij assistentie gehad van mr. W.J. Ebben. Deze promoveerde in 2000 op een proefschrift over de positie van de langstlevende echtgenoot en van de kinderen in het nieuwe erfrecht.2De auteurs beogen ‘in de beproefde traditie van deze serie’ (p.V) een handboek te schrijven voor studie en praktijk. De nadruk ligt op de uitleg van de inhoud en van het systeem van het erfrecht.

Inclusief registers (52 p.) telt het boek 516 bladzijden. De indeling volgt, na een algemene inleiding, de titels van Boek 4. De lezer zal het als aangenaam ervaren dat de tekst wordt gepresenteerd in 598 veelal korte paragrafen en iedere bladzijde een flinke marge kent voor het plaatsen van kanttekeningen.

Aan het slot van het boek worden relevante onderwerpen uit titel 3.7 (Gemeenschap) behandeld. Dat is nuttig omdat de nalatenschap als bijzondere gemeenschap en de verdeling daarvan, afgezien van enige bijzondere bepalingen, geen regeling vinden in Boek 4.

Minder te spreken ben ik over het volledig negeren van het overgangsrecht, hetwelk toch in dit geval van eminente betekenis is. Zelfs de ouderlijke boedelverdeling, die toch nog tientallen jaren in de notariële erfrechtelijke praktijk een hoofdrol zal spelen, wordt niet behandeld. Ook is het jammer dat aan titel 7.3 (Schenking) geen…