Naar de inhoud

Regeling normen WSF 2000, WTOS en WSF BES [Tekst geldig vanaf 01-01-2017] [Regeling ingetrokken per 2017-01-01]

[Tekst geldig vanaf 01-01-2017 tot 01-01-2018]
[Regeling ingetrokken per 01-01-2017]

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op de artikelen 6.3, 7.4, vijfde lid, en 11.1, eerste lid, van de Wet studiefinanciering 2000, artikel 17 van het Besluit studiefinanciering 2000, de artikelen 8.1, eerste lid, en 11.1, eerste lid, van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, artikel 5 van het Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de artikelen 4.3, 5.2, derde lid, en 8.1 van de Wet studiefinanciering BES;

BESLUIT:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • BSF 2000: Besluit studiefinanciering 2000;

  • BTOS: Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

  • WSF 2000: Wet studiefinanciering 2000;

  • WSF BES: Wet studiefinanciering BES;

  • WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

Artikel 2. Indexcijfer cao-lonen en consumentenprijsindex

1.

Voor de toepassing van artikel 17, derde lid, van het BSF 2000 en artikel 5, derde lid, van het BTOS wordt onder indexcijfer van de cao-lonen verstaan: de reeks ‘CAO-lonen per maand inclusief bijzondere beloningen’, zoals die is berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en is gepubliceerd in het Statistisch Bulletin. De van toepassing zijnde procentuele ontwikkeling is 1,62 procent.

2.

Voor de toepassing van artikel 17, derde lid, van het BSF 2000, en artikel 5, derde lid, van het BTOS, wordt onder consumentenprijsindex verstaan: de reeks ‘consumentenprijsindex alle huishoudens’, zoals die is berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek en is gepubliceerd in het Statistisch Bulletin. De van toepassing zijnde procentuele ontwikkeling is 0,60 procent.

3.

Voor de toepassing van artikel 8.1, eerste lid, van de WSF BES wordt onder consumentenprijsindex verstaan: de index in de reeks ‘consumentenprijsindex Caribisch Nederland’ met de grootste procentuele stijging. De van toepassing zijnde procentuele ontwikkeling is 0,45 procent.

Artikel 3. Rentepercentage WSF 2000 en WSF BES

1.

Het rentepercentage, bedoeld in artikel 6.3, eerste lid, van de WSF 2000, wordt voor het jaar 2017 vastgesteld op 0,0 procent.

2.

Het rentepercentage, bedoeld in artikel 6.3, tweede lid, van de WSF 2000, wordt voor het jaar 2017 vastgesteld op 0,0 procent.

3.

Het rentepercentage, bedoeld in artikel 4.3 van de WSF BES, wordt voor het jaar 2017 vastgesteld op 0,0 procent.

Hoofdstuk 2. Normen WSF 2000

Artikel 4 [Vervallen per 01-01-2016]

Artikel 5. Vrije voet veronderstelde ouderlijke bijdrage beroepsonderwijs

Met ingang van 1 januari 2017 worden de bedragen, genoemd in artikel 3.9, tweede lid, van de WSF 2000, vastgesteld op € 17.329,02 respectievelijk € 21.954,95.

Artikel 5a. Vrije voet veronderstelde ouderlijke bijdrage hoger onderwijs

1.

Naar de maatstaf van 1 januari 2017 wordt het bedrag, genoemd in artikel 3.9a, onder a, van de WSF 2000, vastgesteld op € 15.530,91.

2.

Naar de maatstaf van 1 januari 2017 wordt het bedrag, genoemd in artikel 3.9a, onder b, van de WSF 2000, vastgesteld op € 19.676,64.

Artikel 6. Vordering wegens eigen inkomsten studerende

1.

Met ingang van 1 januari 2017 wordt het bedrag, genoemd in artikel 3.17, eerste lid, van de WSF 2000, vastgesteld op € 14.215,75.

2.

Naar de maatstaf van 1 januari 2017 bedraagt het bedrag, genoemd in artikel 3.17, vierde lid, van de WSF 2000, € 337,68.

Artikel 7. Normbedragen studiefinanciering

Met ingang van 1 januari 2017 luiden de bedragen, genoemd in de overzichten 1, 2 en 3 van artikel 3.18 van de WSF 2000, als volgt:

Overzicht 1. Normbedragen voor de kosten van levensonderhoud

A. Beroepsonderwijs

 

Normbedrag thuiswonend

€ 504,52

Normbedrag uitwonend

€ 712,54

B. Hoger onderwijs

 

Normbedrag

€ 867,68

Overzicht 2. Financieringsbronnen

A. Beroepsonderwijs

 

Basisbeurs (exclusief toeslag eenoudergezin)

 

thuiswonend

€ 82,30

uitwonend

€ 268,59

Basislening

 

thuis- en uitwonend

€ 179,29

Maximale aanvullende beurs/lening of veronderstelde ouderlijke bijdrage

 

thuiswonend

€ 337,68

uitwonend

€ 359,41

B. Hoger onderwijs

 

Basislening

€ 481,60

Maximale aanvullende beurs/lening of veronderstelde ouderlijke bijdrage

€ 386,08

Overzicht 3. Aanvullende financieringsbron
 

Hoger onderwijs

Beroepsonderwijs

Toeslag eenoudergezin

€ 251,04

€ 251,04

Artikel 8. Maximale hoogte lening

Van 1 januari 2017 tot 1 januari 2018 wordt het bedrag, genoemd in de artikelen 4.7, derde lid, 4.18, tweede lid, en 5.2, vierde lid, van de WSF 2000, vastgesteld op € 931,51.

Artikel 8a. Normbedrag kwijtschelding studieschuld

Naar de maatstaf van 1 januari 2017 bedraagt het bedrag, genoemd in artikel 6.2a, tweede lid, van de WSF 2000, € 1.249,63.

Artikel 8b. Normbedragen cohortgarantie

Met ingang van 1 januari 2017 luiden de bedragen, genoemd in artikel 12.14, tweede lid, van de WSF 2000, als volgt:

 

thuiswonende

uitwonende

a. maandbedrag als bedoeld in overzicht 1 van artikel 3.18

€ 659,63

€ 867,68

b. basisbeurs als bedoeld in overzicht 2 van artikel 3.18

€ 104,40

€ 290,68

c. maximale aanvullende beurs of lening als bedoeld in overzicht 2 van artikel 3.18

€ 252,91

€ 274,68

d. basislening als bedoeld in overzicht 2 van artikel 3.18

€ 302,32

€ 302,32

Artikel 8c [Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 8d [Vervallen per 01-01-2016]

Hoofdstuk 3. Normen WTOS

Artikel 9. Grensbedragen draagkracht en toetsingsinkomen

1.

Met ingang van schooljaar 2017–2018 wordt het grensbedrag draagkracht, bedoeld in artikel 2.23, tweede lid, van de WTOS, vastgesteld op € 34.194,51.

2.

Met ingang van 1 januari 2017 wordt het grensbedrag toetsingsinkomen, bedoeld in artikel 10.5, tweede lid, van de WTOS, vastgesteld op € 3.844,14.

Artikel 10. Normbedragen basistoelage

Met ingang van 1 januari 2017 wordt de hoogte van de basistoelage per kalendermaand, bedoeld in artikel 4.3 van de WTOS, als volgt vastgesteld:

  1. € 113,30 voor een thuiswonende leerling;

  2. € 264,16 voor een uitwonende leerling.

Artikel 11. Normbedragen tegemoetkoming schoolkosten ex artikel 4.6

Met ingang van schooljaar 2017–2018 luidt de tegemoetkoming schoolkosten, bedoeld in artikel 4.6 van de WTOS, als volgt:

Overzicht bedragen tegemoetkoming schoolkosten per maand 2017–2018

a. onderbouw volledig op grond van de WVO bekostigd onderwijs en onderbouw + bovenbouw volledig op grond van de WEB bekostigd voorbereidend beroepsonderwijs verzorgd in een agrarisch opleidingscentrum

€ 79,88

b. bovenbouw volledig op grond van de WVO bekostigd onderwijs

€ 87.46

c. onderbouw niet volledig en rechtstreeks bekostigd vo

€ 109,38

d. bovenbouw niet volledig en rechtstreeks bekostigd vo

€ 117,00

e. speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs

€ 53,07

f. voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (vavo)

€ 117,00

Artikel 12. Normbedrag tegemoetkoming schoolkosten ex artikel 5.4

Met ingang van het schooljaar 2017–2018 wordt de tegemoetkoming schoolkosten, bedoeld in artikel 5.4 van de WTOS, vastgesteld op € 735,89.

Artikel 13. Normbedragen tegemoetkoming schoolkosten ex artikel 5.10

Met ingang van het schooljaar 2017–2018 luidt de tegemoetkoming schoolkosten, bedoeld in de overzichten 1 en 2 van artikel 5.10 van de WTOS, als volgt:

Overzicht 1. Onderwijs gedurende gehele schooljaar of geen onderwijs meer vanaf 1 januari

aantal minuten per week

schoolkosten

540 of meer

€ 314,86

540 of meer en voor 1 januari 270 tot 540

€ 157,43 + € 157,43 naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd

270 tot 540

€ 212,13

270 tot 540 en voor 1 januari minder dan 270

€ 106,06 + € 106,07 naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd

minder dan 270

nihil

Overzicht 2. Geen onderwijs meer volgen na 30 september en voor 1 januari

aantal minuten per week

schoolkosten

540 of meer

€ 157,43

540 of meer en voor 1 januari 270 tot 540

€ 78,72 + € 78,71 naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd

270 tot 540

€ 106,06

270 tot 540 en voor 1 januari minder dan 270

€ 53,03 + € 53,03 naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd

Minder dan 270

nihil

Artikel 14. Normbedragen tegemoetkoming schoolkosten ex artikel 10.7

Met ingang van het schooljaar of studiejaar 2017–2018 wordt de tegemoetkoming in de schoolkosten, genoemd in artikel 10.7, derde lid, van de WTOS, als volgt vastgesteld:

  1. € 736,00 voor het onderwijs genoemd in onderdeel a;

  2. € 314,86 voor het onderwijs genoemd in onderdeel b;

  3. € 212,13 voor het onderwijs genoemd in onderdeel c.

Hoofdstuk 4. Normen WSF BES

Artikel 15. Normbedragen studiefinanciering en opstarttoelage BES

Met ingang van 1 januari 2017 luiden de bedragen, bedoeld in artikel 2.2 van de WSF BES, als volgt:

Bedragen studiefinanciering BES:

I. Onderwijstype

II. Plaats opleiding

III. Prestatiebeurs of gift per maand

IV. Lening tijdens prestatiebeurs per maand

V. Lening na prestatiebeurs per maand

Beroepsonderwijs

Eigen openbaar lichaam

USD 74,56

USD 149,12

USD 223,68

 

Ander openbaar lichaam, Aruba, Curaçao, Sint Maarten

USD 242,31

USD 484,62

USD 726,93

 

Overig deel Caribische regio

USD 372,79

USD 745,58

USD 1.118,37

 

Verenigde Staten van Amerika

USD 511,39

USD 1.022,78

USD 1.534,17

Hoger onderwijs

Eigen openbaar lichaam

USD 139,79

USD 279,58

USD 419,37

 

Ander openbaar lichaam, Aruba, Curaçao, Sint Maarten

USD 279,58

USD 559,16

USD 838,74

 

Overig deel Caribische regio

USD 372,79

USD 745,58

USD 1.118,37

 

Verenigde Staten van Amerika

USD 511,39

USD 1.022,78

USD 1.534,17

Bedragen opstarttoelage BES:

I. Onderwijstype

II. Plaats opleiding

III. Prestatiebeurs

IV. Lening

Beroepsonderwijs opleiding niveau 3 of 4 en hoger onderwijs

Europees deel van Nederland

USD 2.573,40

USD 5.146,80

Hoofdstuk 5. [Vervallen per 01-09-2015]

Artikel 16 [Vervallen per 01-09-2015]

Artikel 17 [Vervallen per 01-09-2015]

Artikel 18 [Vervallen per 01-09-2015]

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 19 [Vervallen per 01-09-2015]

Artikel 20. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling normen WSF 2000, WTOS en WSF BES.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. Bussemaker