Naar de inhoud

Sign. - 61. Testamentair bewind geldt niet voor onterfde legitimarissen

Na het overlijden van de moeder van X c.s. overlijdt ook hun grootmoeder. In haar testament heeft grootmoeder X c.s. onterfd en bepaald dat hetgeen eventueel door hen uit haar nalatenschap wordt verkregen onder bewind wordt gesteld dat eindigt bij het bereiken van de leeftijd van 30 jaar. X c.s. doen een beroep op hun legitieme portie en vorderen voor de rechtbank een verklaring voor recht dat het testamentair bewind geen effect sorteert.
De rechtbank overweegt dat uit artikel 4:153 BW volgt dat de erflater een bewind kan instellen over de door hem nagelaten of vermaakte goederen. Hiervan is bij het opeisen van een legitieme portie geen sprake; de legitimaris is als zodanig geen erfgenaam of legataris. Hij oefent een wilsrecht uit en heeft slechts een aanspraak op de boedel in geld. De bevoegdheid van de erflater om een bewind in te stellen strekt zich derhalve niet uit tot de legitimaris. Dit betekent dat de legitieme portie van X c.s. niet onder bewind staat.
Verder twisten partijen over de vraag welke kosten in aanmerking kunnen worden genomen bij het vaststellen van de hoogte van de legitieme portie van X c.s. De erfgenaam van grootmoeder bepleit dat rekening wordt gehouden met de kosten van de makelaar om de nagelaten woning te verkopen.
Volgens de rechtbank zijn onder meer de kosten van vereffening aftrekbaar ter bepaling van de legitieme portie. 'Vereffening' is het gereed maken van de nalatenschap voor verdeling. Daaronder kan ook worden begrepen het liquide maken van onroerend goed, of (zoals in casu aan de orde is) het verkopen van onroerend goed…