Sign. - Bankgarantie stellen onder dwangsom: juridische misslag (Rechtbank Oost-Brabant 12 januari 2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:169)
Eiseres heeft haar dressuurpaarden gestald bij gedaagde. Op enig moment heeft eiseres de samenwerking verbroken. Gedaagde heeft daarop een rekening voor stallings- en trainingskosten aan eiseres gestuurd. Gedaagde heeft, nadat de paarden naar een andere stal waren overgebracht, conservatoir verhaalsbeslag gelegd op de drie paarden, ten laste van eiseres en onder de bewaarder. De rechtbank heeft bij vonnis in incident van 23 november 2016 beslist dat eiseres zekerheid diende te stellen voor een bedrag van € 16.200,--. Daarbij is bepaald dat eiseres voor iedere dag dat zij niet aan deze veroordeling voldoet, een dwangsom verbeurt van € 1.000,00 met een maximum van € 16.000,-.
De veroordeling in het vonnis in incident van 23 november 2016 van eiseres om een bankgarantie te stellen van € 16.200,-- op straffe van verbeurte van een dwangsom, berust op een kennelijke juridische misslag.
Uit de door gedaagde in die procedure aangevoerde gronden, zoals weergegeven in het vonnis in incident van 23 november 2016, kan enige verplichting voor eiseres tot het stellen van een bankgarantie niet worden afgeleid. De rechtbank heeft in het vonnis van 23 november 2016, de belangen van partijen afwegende, geoordeeld dat het niet redelijk is van gedaagde te verlangen dat zij haar beslag onder de bewaarder opgeeft zonder dat daar een andere verhaalsmogelijkheid tegenover staat. De rechtbank heeft op die grond de vordering van gedaagde tot het stellen van een bankgarantie van € 16.200,-- door eiseres toegewezen.
Het geval van het stellen van voldoende zekerheid ter vervanging van een gelegd conservatoir beslag is geregeld in artikel 705 lid 2 Rv. Tegenover de…