Naar de inhoud

Sign. - Derdenbeslag: bank was bevoegd vorderingen op beslagene te verrekenen

H stelt een vordering op een vof en haar beide vennoten X en Y te hebben. H heeft een aantal derdenbeslagen doen leggen onder Rabobank. De bank heeft een aantal verklaringen derdenbeslag afgelegd. In de onderhavige procedure is de vraag aan de orde of Rabobank met de verklaringen die zij heeft afgelegd ten aanzien van de beslagen voldoende en duidelijk inzicht heeft gegeven in de rechten en verplichtingen die zij op het moment van de diverse beslagen op Y had. Rabobank heeft een beroep op verrekening gedaan van het ten name van Y aangehouden saldo met een aantal tegenvorderingen van de bank. In hoger beroep is onder meer aan de orde of aan de bank dit beroep op verrekening toekomt.

Stellingen H en bank
Volgens H is Rabobank niet bevoegd om tot verrekening over te gaan. Art. 25 van de Algemene Bankvoorwaarden geeft een bevoegdheid tot verrekening die verder gaat dan art. 6:127 lid 2 BW, nu het ook een mogelijkheid tot verrekening biedt indien slechts één vordering opeisbaar is, zodat dit beding, volgens H, vernietigbaar is op grond van art. 6:237 aanhef en onder g BW. H stelt dat het beroep op vernietiging is te beschouwen als een nevenrecht dat verbonden is aan de vordering van de beslagene op de bank. Volgens H komt de uitoefening van dat nevenrecht toe aan de beslaglegger, waartoe zij verwijst naar het arrest van de HR van 11 maart 2005 (LJN AS2619). Rabobank voert daartegenover aan dat het niet om een nevenrecht gaat. Zij wijst er verder op dat het verrekeningsrecht van regelend recht is. Onder verwijzing naar literatuur en jurisprudentie stelt Rabobank…