Naar de inhoud

Sign. - Fasesysteem in ABU-CAO is minimumbepaling, contractueel kan door de opvolgend werkgever niet van het fasesysteem worden afgeweken indien de werknemer werkzaam is in Fase C

Werknemer is vanaf 27 maart 2006 op basis van diverse detacheringsovereenkomsten en in dienst van een aantal werkgevers tewerkgesteld bij telkens hetzelfde bedrijf. Op 11 januari 2008 is werknemer met Flexconnect een lsquoArbeidsovereenkomst Fase C' overeengekomen. De meest recente ABU-CAO voor uitzendkrachten is hierin van toepassing verklaard. Op 13 mei 2008 is Nedflex met werknemer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangegaan. In deze arbeidsovereenkomst is vermeld dat dit contract op 31 maart 2009 van rechtswege eindigt. Opnieuw is de ABU-CAO van toepassing verklaard. Kern van het geschil tussen partijen is de vraag of de arbeids overeenkomst op 31 maart 2009 van rechtswege is geëindigd. Nedflex is van mening dat dit het geval is en baseert zich daarbij op de overeenkomst gesloten op 13 mei 2008. De kantonrechter oordeelt anders onder verwijzing naar art. 8 lid 3 sub d van de ABU-CAO. Eenzelfde regeling is te vinden in art. 7:667 lid 4 BW. Vaststaat dat werknemer met Flexconnect een Fase C-contract heeft gesloten; een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die zonder toestemming van het UWV niet mag worden beëindigd. Ingevolge art. 8 lid 3 sub b van deze cao is de uitzendkracht in Fase C steeds werkzaam op basis van een uitzendovereenkomst voor onbepaalde tijd. Overeenkomstig het bepaalde sub d van dit artikelonderdeel is voor beëindiging van een voor onbepaalde tijd aangegane uitzendovereenkomst, die anders dan door rechtsgeldige opzegging of door ontbinding door de rechter is geëindigd, en die eenmaal of meermalen is voortgezet met een onderbreking van niet meer dan drie maanden, voorafgaande opzegging vereist. Gelet op het bepaalde in art. 47 van de…