Naar de inhoud

Sign. - Hoogte loon tijdens ziekte; piketdiensten

Werknemer werkt als teamleider. Op de arbeidsrelatie is de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening van toepassing. Uit hoofde van haar functie verricht werknemer ook piketdiensten. Zij moet dan buiten kantooruren bereikbaar zijn voor oproepen. Als er geen oproep plaatsvindt, wordt er alleen een vergoeding betaald voor de piketdienst. Van 3 december 2009 tot 2 augustus 2010 is werknemer arbeidsongeschikt geweest. Werknemer vindt dat zij gedurende deze ziekteperiode naast een percentage van haar vaste salaris ook een gemiddelde vergoeding voor de piketdiensten behoort te ontvangen. Werkgever is het hier niet mee eens. Beide partijen verwijzen ter onderbouwing van hun standpunt naar de cao. De kantonrechter is echter van mening dat de cao-tekst niet bepalend is. Hij stelt vast dat de vergoeding voor de piketdiensten als loon anders dan naar tijdruimte dient te worden gekwalificeerd als bedoeld in art. 7:629 lid 8 BW. Van deze bepaling kan behoudens in een hier niet ter zake doend geval, niet ten nadele van werknemer worden afgeweken. Weliswaar verwijst art. 7:629 lid 8 BW naar art. 7:628 lid 3 BW, ten aanzien waarvan afwijking onder bepaalde voorwaarden toegestaan is, maar die afwijkingsmogelijkheden (opgenomen in leden 5 en 7 van art. 7:628 BW) zijn in art. 7:629 BW niet van overeenkomstige toepassing verklaard. De kantonrechter is verder van oordeel dat de piketregeling tot de bedongen arbeid behoort, gelet op het feit dat in de arbeidsovereenkomst uitdrukkelijk is bepaald dat werknemer verplicht is deel te nemen aan deze bereikbaarheidsdienst. Werknemer heeft volgens de kantonrechter dan ook recht op doorbetaling van loon, waaronder de gemiddelde…