Naar de inhoud

Sign. - Uitleg ROZ-bankgarantie (Rechtbank Amsterdam 3 september 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:6153)

De huurder van een bedrijfsruimte heeft op grond van de huurovereenkomst een bankgarantie gesteld naar het model van de ROZ. De bankgarantie is afgegeven door de bank (ING). De huurder gaat failliet. De rechtsopvolger van de verhuurder vordert betaling van het bedrag waarvoor de bankgarantie is gesteld door de bank. De bank betaalt en debiteert de bankrekening die de huurder bij de bank aanhield voor het betaalde bedrag. De curator vordert in de onderhavige procedure (onder andere) dat de bank en de opvolgend verhuurder hoofdelijk veroordeeld worden tot betaling van het bedrag waarvoor de bankgarantie was gesteld. De curator voert in dat verband aan dat ‘met rechtverkrijgende(n)’ in de bankgarantie wordt gedoeld op degene die het recht heeft om die garantie in te roepen en die het recht heeft op uitbetaling. Die rechten zijn volgens de curator door de rechtsopvolging aan de zijde van de verhuurder niet overgegaan op de opvolgend verhuurder. De rechtbank gaat daar niet in mee. De rechtbank stelt voorop dat de tekst van de bankgarantie dient te worden uitgelegd. Daarbij is van belang dat de bankgarantie wordt afgegeven ten behoeve van de verhuurder ‘als zodanig’. ‘Tegen deze achtergrond is de rechtbank van oordeel dat de meest voor de hand liggende uitleg is dat met de zinsnede “verhuurder of zijn rechtverkrijgende(n)” niet gedoeld wordt op [de oorspronkelijke verhuurder] of degene aan wie zij de rechten uit de Garantie zou overdragen, maar op [de oorspronkelijke verhuurder] als verhuurder of degene die haar in die hoedanigheid zou opvolgen. De rechtbank is verder van oordeel dat ook [de huurder] moet hebben begrepen dat zij…