Naar de inhoud

Sign. - Wettelijke rente of handelsrente over buitengerechtelijke kosten?

Eiser in cassatie klaagt erover dat het hof de veroordeling tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten heeft vermeerderd met de wettelijke handelsrente (artikel 6:119a BW). Deze klacht slaagt. Buitengerechtelijke kosten dienen te worden aangemerkt als vermogensschade (artikel 6:96 lid 2 sub c BW). De wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW heeft echter uitsluitend betrekking op verplichtingen tot betaling uit handelsovereenkomsten. Een verplichting tot vergoeding van schade kan daartoe niet worden gerekend (vgl. de considerans onder 13 van Richtlijn 2000/35/ EG, waarop artikel 119a stoelt, alsmede Kamerstukken II 2001/02, 28 239, nr. 3, p. 10). De Hoge Raad doet zelf de zaak af door de in het dictum wegens buitengerechtelijke incassokosten toegewezen bedragen van € 5.160 en € 904 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, in plaats van met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW.

(Hoge Raad 4 juli 2013, ECLI:NL:PHR:2013:BZ7188)