Steenmarter is geen ongedierte (Geschillencommissie Financiële Dienstverlening 29 juli 2015, nr. 2015-225)
Consument vordert van Verzekeraar vergeefs vergoeding van door een steenmarter veroorzaakte schade aan zijn woonhuis. Volgens de van toepassing zijnde bijzondere voorwaarden wordt schade ‘die is veroorzaakt door dieren die met goedvinden van een verzekerde in het woonhuis verblijven, alsmede schade veroorzaakt door ongedierte’ niet vergoed.
Partijen verschillen van mening over de uitleg van het begrip ‘ongedierte’ in deze uitsluiting. Consument betwist dat een steenmarter – een beschermde diersoort – onder de reikwijdte van dit begrip valt. Verzekeraar voert aan dat steenmarters in het algemeen als ongedierte kwalificeren en dat ook andere verzekeraars om die reden de door een steenmarter veroorzaakte schade uitsluiten.
De Geschillencommissie stelt voorop dat voor de uitleg van de verzekeringsvoorwaarden het Haviltex-criterium dient te gelden. In casu is het feit dat de uit te leggen bepaling is opgenomen in verzekeringsvoorwaarden waarover niet is onderhandeld een bijzondere omstandigheid, zodat de voorwaarden objectief moeten worden uitgelegd (zie Hof Leeuwarden 3 augustus 2010, ECLI:NL:GHLEE:2010:BN3280, r.o. 16).
Vaststaat dat het begrip ‘ongedierte’ niet nader is omschreven in de verzekeringsvoorwaarden. Daarom moet allereerst aansluiting worden gezocht bij de omschrijving van het begrip ‘ongedierte’ in de Van Dale. De Commissie is van oordeel dat uit de daarin opgenomen definitie niet (duidelijk) valt op te maken of een steenmarter al dan niet als ongedierte moet worden aangemerkt. Zij oordeelt dat de lezing van Consument dat van ongedierte geen sprake kan zijn als het gaat om een beschermde diersoort een redelijke lezing is. Ingevolge de ‘contra proferentem’-regel (art. 6:238 lid 2 BW) …