Naar de inhoud

Storting op aandelen; kan het kasrondje nog?

Samenvatting

Evenals in het WTN-arrest van 24 maart 2003, NJ 2000, 354, JBN 2002, nr 32 heeft de Hoge Raad in het hieronder te bespreken arrest geoordeeld dat, indien bij de oprichting van een BV de storting op de aandelen geschiedt met gelden, die zijn overgeboekt op een rekening ten name van de BV-i.o. ten gevolge van een transactie die later door de BV wordt bekrachtigd, niet van volstorting op aandelen kan worden gesproken, omdat dan de gelden niet daadwerkelijk aan de BV ter beschikking zijn gesteld maar ten laste zijn gekomen van het vermogen van de BV zelf.

Tekst

Feiten

Bij notariële akte van 18 mei 1992 is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bas-C BV opgericht. De Bont was oprichter en enig aandeelhouder. Na de oprichting was De Bont tevens de enige bestuurder van Bas-C BV.

In de akte van oprichting verklaarde De Bont dat hij de geplaatste aandelen zou volstorten in geld. In diezelfde akte heeft de notaris verklaard dat de volstorting heeft plaatsgevonden zoals blijkt uit de aan die akte te hechten verklaring als bedoeld in de wet, welke storting door de vennootschap wordt aanvaard.

Aan de oprichtingakte is gehecht een ‘Bankverklaring B’ van de Coöperatieve Rabobank B.A. te Udenhout, gedateerd op 14 april 1992. Volgens die verklaring houdt de bank ten name van Bas-C BV i.o. in haar administratie een rekening aan, die per 9 april 1992 een creditsaldo aangaf van f 48.504, 93. Volgens mededeling van de mede-ondertekenende De Bont is een gedeelte van…