Naar de inhoud

Terugbetaling van agio was belast omdat niet de juiste route werd gevolgd

X bezit alle aandelen in een BV. In 2000 ontvangt X een bedrag ten laste van de agioreserve. Volgens de inspecteur is X hierover aanmerkelijkbelangheffing verschuldigd. X is het hier niet mee eens omdat ten tijde van de uitkering geen zuivere winst in de BV aanwezig was. De inspecteur heeft het bezwaar van X afgewezen. Voor een onbelaste terugbetaling van gestort kapitaal geldt onder meer als vereiste dat de nominale waarde van de betreffende aandelen bij statutenwijziging is verminderd [zie thans artikel 4.13 lid 1 letter b Wet IB 2001]. Nu in casu geen statutenwijziging heeft plaatsgevonden, is de heffing gerechtvaardigd.

In hoger beroep oordeelt het Hof dat in casu belastingheffing eenvoudig had kunnen worden vermeden door de agioreserve (deels) om te zetten in nominaal gestort aandelenkapitaal en vervolgens dit kapitaal te verminderen en terug te betalen aan X. Nu zonder goede reden is nagelaten deze weg te volgen, behoort hier aanmerkelijkbelangheffing plaats te vinden.

X had cassatie ingesteld, maar de Hoge Raad heeft de klachten van X verworpen.

HR, 12 september 2008, nr 43366