Transactionele analyse in mediation
Mensen die een proces van mediation ingaan, ervaren de communicatie over beladen thema’s als een (potentieel) probleem. Vaak is het ‘de ander’ die als struikelblok wordt gezien, en zijn de partijen vast komen te zitten in rollen die het conflict verder verharden. Een uiterst bruikbare structuur om dit in een mediation te veranderen biedt de transactionele analyse (TA), een methode uit de psychotherapie die tegenwoordig ook door mediators wordt gebruikt. Carla Goosen bespreekt wat de betekenis van het gedachtegoed van de TA kan zijn voor het proces van mediation.
Transactionele analyse (TA) werd in de jaren vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld door de van oorsprong Canadese psychiater Eric Berne, als stroming in de psychotherapie. Voortbouwend op de humanistische beweging en effectieve therapeutische modellen formuleerde Berne een theorie die zich gemakkelijk liet toepassen. Een evidence-based onderbouwing van de benadering ontbreekt tot op heden (zoals bij veel andere psychoanalytische benaderingen), waardoor het minder gebruikt wordt dan de methode verdient. 1 Want TA heeft veel te bieden – ook in mediation.
Concept 1: ego-positie
Centraal in de TA staat het concept van de ego-posities. Dit betekent dat mensen kunnen switchen tussen rollen. Drie ego-posities worden onderscheiden: de ouder (O), de volwassene (V) en het kind (K).2 Het gaat daarbij om verinnerlijkte beelden die gevormd worden op basis van levenservaringen.
Afhankelijk van de situatie waarin mensen zich ontwikkelen, kan de verinnerlijkte ouderpositie voedend (VO) of kritisch (KO) zijn, en die van het kind vrij (VK) of aangepast…