Verschil contante waarde en nominale waarde van de vordering was gift

Belanghebbende A verstrekt een - niet direct opeisbare - renteloze lening aan een stichting in de zin van artikel 47 lid 1 letter a Wet IB (een zogenoemde goed-doelinstelling). Nadat de looptijd van 226 dagen is verstreken, wordt het geleende bedrag in een keer afgelost. In zijn IB-aangifte voert A een bedrag aan niet bedongen rente op als aftrekbare gift. Het fictieve rentebedrag berekent hij door de hoofdsom ad ƒ 50.000 te vermenigvuldigen met de rente (7,5%/365 x 226…