Naar de inhoud

Versoepeling vrijstelling 'oude' kapitaalverzekeringen in box 3

In het overgangsrecht is een vrijstelling opgenomen voor bestaande kapitaalverzekeringen in box 3 (artikel AN lid 1 Invoeringswet Wet IB 2001). Deze vrijstelling bedraagt maximaal € 123.428. Wanneer de polis een hogere waarde heeft, wordt het surplus in de rendementsheffing betrokken.

Om voor de vrijstelling in aanmerking te komen is vereist dat:

- de kapitaalverzekering bestond op 14 september 1999;

- het kapitaal na 13 september 1999 niet is verhoogd, en

- de looptijd van de verzekering nadien niet is verlengd.

Volgens de huidige wettekst geldt de vrijstelling voor de kapitaalverzekering in box 3 per belastingplichtige. Het is niet mogelijk om de vrijstelling van de partner te benutten als de waarde van de polis uitkomt boven het bedrag van de eigen vrijstelling. Wil men gebruikmaken van een 'dubbele' vrijstelling in box 3, dan moet de andere partner ook gerechtigd zijn tot de polis, hetzij als verzekeringnemer hetzij als onherroepelijk begunstigde tot (een deel van) de uitkering. Dit kan door aanpassing van de polis te vragen. Hoewel de aanpassing van een kapitaalverzekering voor de heffing van de inkomstenbelasting veelal fiscaal neutraal kan geschieden (zie Notafax 2001, nr 31), blijkt de administratieve rompslomp die hiermee gepaard gaat toch tot uitvoeringsproblemen te leiden.

De staatssecretaris van Financiën acht dit een ongewenst en onbedoeld gevolg van de nieuwe wetgeving. Hij heeft aangekondigd het overgangsrecht te wijzigen. In de wet zal worden opgenomen dat partners jaarlijks bij de aangifte inkomstenbelasting een gezamenlijk verzoek kunnen doen om de 'dubbele' vrijstelling deelachtig te worden. Hierbij is niet meer vereist dat de partners ieder afzonderlijk zelfstandig belastingplichtig zijn in box 3 voor de…