Vormvereisten voor inschrijving van een onderhandse koopakte
Samenvatting
Als een koop niet bij notariële akte is aangegaan, wordt een notariële registerverklaring met als bijlage een bewijsstuk van de koop ingeschreven, artikel 26 lid 1 KW. Doorgaans is dat bewijsstuk de onderhandse koopakte. Het is soms lastig om aan de vereisten voor inschrijving van deze bijlage te voldoen. Hierna wordt toegelicht hoe we dat laatste kunnen vergemakkelijken.
Tekst
Formele inschrijvingsvereisten
Vormvereiste voor inschrijving van bijlagen met A4 formaat is dat deze, binnen de omlijning, worden gekopieerd op een kadasterformulier ‘vervolgblad hypotheken 3 en 4’. De omlijning van het formulier laat aan de bovenzijde ruimte voor door de bewaarder te stellen aantekeningen. In de praktijk wordt het kopiëren binnen de omlijning als lastig ervaren.
Een onderhandse koopovereenkomst beslaat vele pagina’s tekst, die vaak niet binnen de lijnen passen. Na verkleining past de tekst wel binnen de omlijning, doch wordt het formaat van de letters soms weer zo klein dat de lettertekens niet voldoen aan de ARBO-criteria voor beeldschermwerk. Het stuk is dan ongeschikt voor doeltreffende en doelmatige publicatie (artikel 11, lid 8 van de Kadasterregeling) en behoort te worden geweigerd. Voorafgaande aan het kopiëren op het kadasterformulier dient in geval van een BW-koop op de bijlage de notariële verklaring omtrent de inschrijfbaarheid van de koop te worden gesteld, artikel 7:3, lid 6 BW.
Inschrijving van een uittreksel
In plaats van een afschrift van de onderhandse koopovereenkomst kan als bijlage ook een op verzoek uitgegeven notarieel uittreksel (artikel 49, lid 3 Wna) worden ingeschreven. De bijlage dient er slechts toe bewijs van de koop te leveren en dat bewijs kan…