Naar de inhoud

Wet op belastingen van rechtsverkeer Art. 15.1q

De bepaling houdt in dat de verkrijging van cultuurgrond (dit is grond gebruikt in een agrarische onderneming) is vrijgesteld van overdrachtsbelasting. De vrijstelling wordt teruggenomen als de grond binnen tien jaar na de verkrijging onttrokken wordt aan de bedrijfsmatige agrarische exploitatie.

  • 1. Algemeen

  • 2. Cultuurgrond

  • 3. Tien jaar bedrijfsmatig gebruik ten behoeve van de landbouw

  • 4. Geen heffingsrente

Deze vrijstelling bij verkrijging van cultuurgrond is van kracht geworden op 1 januari 2007. In het wetsvoorstel 'Werken aan winst' was een bedrag van € 75 miljoen gereserveerd ter compensatie van de landbouwsector. Voor de invulling van de compensatie is gekozen voor de onderhavige aanpassing naast nog  twee andere maatregelen (het instandhouden van de VAMIL op gebouwen zonder toepassing van de bodemwaarde en verruiming en verhoging van de milieu-investeringsaftrek).

Deze vrijstelling komt in de plaats van een aantal andere vrijstellingen. De vrijstellingen van de onderdelen q, s, t, v en w zijn vervallen. In de toelichting staat vermeld:

'Voor verkrijgingen in de landbouwsfeer bestaan in de overdrachtsbelasting diverse vrijstellingen met elk hun eigen, specifieke voorwaarden. Deze voorwaarden zijn in bepaalde gevallen zeer strikt en per vrijstelling bij uitstek toegesneden op het te bereiken beleidsdoel. Daardoor gaan deze vrijstellingen gepaard met relatief grote administratieve lasten. Ook wordt in de praktijk niet altijd terecht een beroep op een van de vrijstellingen gedaan en is er een voortdurende aandrang tot versoepeling en verruiming van de bestaande vrijstellingen. Voorts blijkt dat in de praktijk verreweg het merendeel van de verkrijgingen van landbouwgrond met toepassing van deze vrijstellingen vrij van overdrachtsbelasting wordt verkregen. Gelet op het voorgaande is…