Naar de inhoud

Wijziging Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met herziening van een grenswaarde voor asbest

Dit besluit van 19 september 2016 (gepubliceerd op 29 september 2016) wijzigt het Arbeidsomstandighedenbesluit (hierna Arbobesluit) in verband met de invoering van een nieuwe (lagere) grenswaarde voor blootstelling aan asbest amfibolen op de werkplek.

De naleving van deze lagere grenswaarden biedt een betere bescherming van de gezondheid van mensen die in hun werk blootstaan aan asbest amfibolen. Uit advies van de Gezondheidsraad (Asbest: Risico’s van milieu- en beroepsmatige blootstelling, nummer 2010/10) bleek dat de gezondheidsrisico’s van asbest ernstiger waren dan verwacht, en dat deze afhangen van het soort asbest: asbestvezels van het type chrysotiel, of asbest amfibolen.

Grenswaarde asbest in het Arbobesluit

Met ingang van 1 juli 2014 is het Arbobesluit (Arbobesluit) (STB 2014, 217) aangepast in verband met de herziening van de grenswaarde voor asbest. Daarbij is de grenswaarde voor chrysotielverlaagd van 10.000 naar 2.000 vezels per kubieke meter en is in het Arbobesluit een onderscheid gemaakt tussen de twee typen asbest, namelijk chrysotiel en amfibolen.

Daarnaast voorzag dat besluit in een verlaging van de grenswaarde voor asbest amfibolen van 10.000 naar 300 vezels per kubieke meter, een wijziging in de risicoklassenindeling en in de eindmeting, maar werd bepaald dat die wijzigingen op een later bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking zouden treden. De bedoeling was om deze wijzigingen relatief snel in te laten gaan, de beoogde datum van inwerkingtreding was 1 januari 2015. Deze datum was conform het advies van de Subcommissie Grenswaarde voor Stoffen op de Werkplek van de Sociaal-Economische Raad, dat zij uitbracht in december 2013, in aanvulling op haar advies van mei 2011.

Op 28 oktober 2014 bracht de SER Subcommissie Grenswaarde voor Stoffen op de Werkplek (hierna: Subcie GSW) een nieuw advies uit, waaruit bleek dat een grenswaarde voor asbest amfibolen van 300 vezels/m3 per 1 januari 2015 bij nader inzien op basis van recent onderzoek toch niet haalbaar zou zijn. Bij verschillende werkzaamheden is het technisch niet haalbaar om de vezelconcentratie in de lucht zodanig te verlagen dat de beoogde waarde van 300 vezels/m3 gehaald kan worden.

De Subcie GSW adviseerde daarom de grenswaarde eerst te verlagen naar 2000 vezels/m3, een waarde die zij, met de nodige inspanning van de asbestbranche, haalbaar acht. De Subcie GSW neemt zich voor de ontwikkeling in de stand van de techniek te volgen en binnen een periode van vijf jaar of eerder indien mogelijk de grenswaarde opnieuw te beoordelen om te bezien in hoeverre verdere verlaging van de wettelijke grenswaarde tot 300 vezels/m3 mogelijk is.

De reeds in het besluit van 5 juni 2014 gepubliceerde, maar nog niet in werking getreden verlaging van de grenswaarde voor amfibolen naar 300 vezels/m3 kan daarom niet in werking treden. Daarom is een nieuw besluit nodig waarin de grenswaarde (eerst) verlaagd wordt naar 2.000 vezels/m3.

Overige wijzigingen

Daarnaast is een nieuwe wijziging opgenomen in de artikelen over de risicoklassen voor de situaties van gecombineerde blootstelling aan zowel asbestvezels van het type chrysotiel als amfibole asbestvezels. Bij gecombineerde blootstelling aan beide typen vezels moeten de effecten van de beide typen in zijn totaliteit beschouwd worden. In de art. 4.18 Arbeidsomstandighedenregeling bepaald hoe dit dient te gebeuren aan de hand van de grenswaarden van de verschillende stoffen. Deze uitwerking was echter niet duidelijk verwoord bij de definitie van de risicoklassen en dat zou tot onduidelijkheid kunnen leiden. Deze wijziging is in de artikelsgewijze toelichting nader toegelicht.

Verder is de aanduiding van de risicoklassen aangepast. Het hanteren van de termen «risicoklasse 2» en «risicoklasse 3» wekt sterk de indruk dat het risico in risicoklasse 3 altijd groter is dan in risicoklasse 2. Dit is door de introductie van de gewijzigde risicoklasse indeling op basis van het besluit van 5 juni 2014 echter niet altijd het geval omdat de grootte van het risico af zal hangen van de concentratie asbestvezels binnen een bepaalde risicoklasse. De in hoofdstuk 4, afdeling 5, paragraaf 5 van het Arbobesluit beschreven risicoklasse («risicoklasse 3», art. 4.53a Arbobesluit) die alleen geldt voor amfibole asbestvezels, wordt daarom voortaan aangeduid als «risicoklasse 2A». Dat geeft beter aan dat het risico in klasse 2A niet a priori groter is dan in klasse 2. Overigens vloeit uit het feit dat de grootte van het risico afhangt van de concentratie asbestvezels voort dat bij een hoge concentratie asbestvezels, de te nemen beheersmaatregelen sterker emissieverlagend of blootstellingsbeperkend moeten zijn dan in het geval van relatief lage concentraties asbestvezels. Dit volgt uit art. 4.47a Arbobesluit en art. 4.48a Arbobesluit van het besluit. Dit geldt ook binnen de risicoklasse 2 en 2A.

Tenslotte is de in art. 4.54 Arbobesluit opgenomen verplichting tot het uitvoeren van een verzwaarde eindbeoordeling geschrapt. Na inventarisatie van TNO is niet gebleken dat deze in de praktijk toegevoegde waarde zou hebben.

Inwerkingtreding

Zoals hierboven is aangegeven voorzag het besluit van 5 juni 2014 in een verlaging van de grenswaarde van amfibolen, maar is die wijziging nog niet in werking getreden. Met onderhavige besluit wordt alsnog een verlaging van de grenswaarde voor amfibolen ingevoerd, zij het dat de grenswaarde wordt verlaagd van 10.000 naar 2.000 in plaats van naar 300 vezels/m3.

De overige wijzigingen op basis van dit besluit zijn beperkt. Het is daarom niet noodzakelijk om overgangsrecht te treffen in verband met dit besluit. Wel treden de wijzigingen pas drie kalendermaanden na publicatie in werking.

Bron: STB 2016, 340

WetgevingArbobesluit (Arbobesluit)
art. 4.47a Arbobesluit
art. 4.48a Arbobesluit
art. 4.53a Arbobesluit
art. 4.54 Arbobobesluit
art. 4.18 Arbeidsomstandighedenregeling
Jurisprudentie
Officiële publicatiesSTB 2016, 340
STB 2014, 217
Europese regelgeving
Soort nieuwsWetgeving
Publicatiedatum07-11-2016
Nummer2016/0612